Interieurfotografie zelf doen of laten doen? Deel 2

Zoals beloofd in de vorige blog volgen hier een aantal tips waar je heel goed op moet letten wanneer je zelf je interieurfotografie wil doen.

De basisuitrusting bestaat uit een statief, een spiegelreflexcamera of systeemcamera en een groothoeklens. Verder moet je op de manuele stand van jouw camera kunnen fotograferen. Kennis van diafragma, belichting en scherpstellen is nodig en zorg ervoor dat je de gebruiksaanwijzing van de camera kent. De autofocus kan je wel op automatisch laten staan maar dan moet je wel snappen hoe scherptediepte werkt en precies waar je de camera op moet laten focussen.

Wanneer je de camera op het statief hebt vastgemaakt kan je beginnen.

Allereerst: zorg ervoor dat de camera en statief waterpas staan. Ook de horizontale lijn in de viewfinder moet exact horizontaal staan. Een goed begin in het halve werk. Het is erg belangrijk dat de verticale en horizontale lijnen recht lopen. Dus de lijnen van de deurposten, het plafond, de tafels in een ruimte enzovoort. Door het gebruik van een groothoeklens zal je vertekening krijgen, dat is onvermijdelijk dus je moet ook beschikken over een fotobewerkingsprogramma om deze lijnen achteraf te corrigeren. Er zijn wel speciale lenzen verkrijgbaar waarbij deze vertekeningen minder of niet voorkomen maar deze zijn erg duur.

Wanneer er voldoende lichtinval is, kan je de camera op een lage ISO zetten. Laat de belichting op automaat staan en maak een proeffoto. Als je tevreden bent over het licht, laat het dan zo staan. Het is belangrijk dat de ruimte overal belicht is, zonder donkere plekken. Zorg ervoor dat de diafragma niet onder de 7 komt. Liever op een zo hoog mogelijke diafragma fotograferen want dan heb je de meeste kans dat alles scherp is. Want dit is wat je wil hebben: heldere, scherpe foto’s van voor naar achteren toe. Alles in de ruimte moet scherp zijn. Dit is altijd de basis bij interieurfotografie.